De kwaliteitsrekeningPromovendus: Mw. Mr. E.C.M. Wolfert
Promotores: Prof.Mr. C.C. van Dam, W.H.M. Reehuis
Duur: 1/10/2003 - 31/12/2007
Promotie: Utrecht, 6/12/2007
Abstract:
In het proefschrift van Eva Wolfert staan drie vraagstellingen centraal:
Wat is het wenselijke toepassingsgebied van de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding?
Is voor de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding een wettelijke basis verreist?
Met behulp van welke juridisch-technische constructie kan men (een regeling van) de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding het beste vormgeven?
Het begrip 'kwaliteitsrekening' wordt gebruikt ter aanduiding van iedere bankrekening waarbij uit de tenaamstelling blijkt dat zij wordt aangehouden ten behoeve van een ander.
De dissertatie bestaat uit drie delen, die ieder betrekking hebben op één van de vraagstellingen.
Het eerste deel staat in het teken van de vraag naar het wenselijke toepassingsgebied van de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding. Hoe ruim zou dit toepassingsgebied moeten zijn; zou iedere kwaliteitsrekening moeten leiden tot vermogensafscheiding of moet het rechtsgevolg van vermogensafscheiding in zijn toepassingsgebied worden beperkt? In dit deel van de dissertatie laat Eva Wolfert onder meer het rechtskarakter van giraal geld, de consequentie van dit karakter voor het onderbrengen van giraal geld bij een tussenpersoon en het oogmerk van partijen bij het gebruik van een kwaliteitsrekening aan de orde komen.
In het tweede deel staat de vraag centraal of de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding een wettelijk grondslag behoeft. In dit deel behandelt Wolfert de mate van geslotenheid van de stelsels van goederenrechtelijke rechten en rechtspersonen en de regels inzake verhaalsvoorrang en afgescheiden vermogens. Ook gaat zij in op de theorie waarin de vordering uit de derdenrekening een afgescheiden vermogen vormt van de rekeninghouder. Indien men de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding op deze wijze vormgeeft, vertoont zij sterke verwantschap met de trustfiguur. Voorafgaand aan een bespreking van de precieze invulling van deze theorie en de concrete beantwoording van de vraag of zij een wettelijke grondslag behoeft, besteedt Eva Wolfert daarom aandacht aan zowel de Anglo-Amerikaanse als de Schotse trustfiguur.
In het derde deel wordt uiteengezet met behulp van welke juridische-technische constructie men (een regeling van) de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding het beste vorm kan geven. Wolfert bespreekt de diverse mogelijkheden en geeft aan op welke wijze men de vermogensafscheiding bij de derdenrekening het beste kan realiseren. Ook formuleert zij op basis van de gekozen constructie een voorstel voor een wettelijke regeling van de kwaliteitsrekening.
Klik hier voor meer info.