Prijsvermindering: remedie tot bijsturing van contractenPromovendus: Mw. S.H.D. Jansen
Promotores: Mw. Prof.Dr. S. Stijns, Mw. Prof.Dr. P. Wéry
Duur: 1/2/2011 - 31/1/2015
Promotie: Leuven, 16/6/2015
Abstract:
Op het eerste gezicht is prijsvermindering niet gekend als een autonome remedie voor toerekenbare of niet-toerekenbare tekortkoming in het Belgische recht. Toch is de figuur van prijsvermindering ons bekend: in artikel 50 van het Weens Koopverdrag, als \'gedeeltelijke ontbinding\' in het Nederlandse recht, in de Europese initiatieven tot harmonisering van het privaatrecht, ... Daarenboven vinden we in het Belgische recht specifieke toepassingsgevallen terug in het bijzondere overeenkomstenrecht (in het kooprecht, het huurrecht, het verzekeringsrecht, .... We bespreken deze gevallen zowel bij de toerekenbare gedeeltelijke tekortkoming als bij de niet-toerekenbare gedeeltelijke tekortkoming. Daarna gaan we onderzoeken of er een \'gemeenschappelijke grondslag\' voor deze toepassingsgevallen bestaat (zoals gedeeltelijke ontbinding, de ENAC, de goede trouw/ billijkheid, rechtsmisbruik, ...). Ten derde gaan we na of het mogelijk is om een algemeen regime te abstraheren op basis van de concrete toepassingsgevallen. In een concluderend gedeelte zal het geheel van de onderzoeksresultaten kritisch doorgelicht worden aan de hand van de vraag of de prijsvermindering als bijsturende remedie verenigbaar is met de in de materie van remedies relevante beginselen van het privaatrecht.