Promovendus: Mw. M.-C. Menting

Promotores: J.B.M. Vranken, R.A.J. van Gestel

Duur: 1/9/2011 - 30/4/2016

Promotie: Tilburg, 7/12/2016

Abstract:

In internationale, Europese en nationale (Nederlandse) business-to-business en business-to-consumer relaties wordt er in toenemende mate gebruik gemaakt van gedragscodes, een vorm van zelfregulering. In de huidige, sterk geglobaliseerde economie, spelen gedragscodes hiermee een steeds belangrijker wordende regulerende rol, zowel op internationaal en Europees als nationaal (Nederlands) niveau. Hierbij beperken gedragscodes zich niet langer tot n van deze niveaus: (gedragscodes op) het internationale, Europese en nationale niveau benvloeden elkaar wederzijds. Aldus vinden gedragscodes steeds meer toepassing in privaatrechtelijke verhoudingen. In de privaatrechtelijke rechtspraktijk vinden de gedragscodes, paradoxaal genoeg, echter geen juridische doorgang. Hoewel het privaatrecht met zijn open normen bij uitstek open lijkt te staan voor gedragscodes, dringen deze codes tot op heden niet door tot in het privaatrecht: gedragscodes bevinden zich in het privaatrecht in een juridisch vacum. In het licht van de geschetste ontwikkelingen komt echter juist de vraag naar de juridische waarde van gedragscodes steeds nadrukkelijker naar voren. Tegen deze achtergrond stelt het onderzoek de vraag naar de functie(s) en de juridische relevantie van gedragscodes in het privaatrecht. Meer in het bijzonder gaat het daarbij om de vraag of gedragscodes enige vorm van juridische inkadering behoeven. Deze vraag staat centraal in het onderzoek. Bij de beantwoording hiervan zal niet alleen gebruik worden gemaakt van literatuur, maar zal ook empirisch onderzoek naar (de inhoud van) internationale, Europese en nationale (Nederlandse) gedragscodes worden gedaan.