Effectieve redressering van schendingen van art. 6 EVRM in het burgerlijk procesrechtPromovendus: Mw. L.C.W.M. van Kessel
Promotores: Prof.Mr. I. Giesen, Prof.Mr. A.W. Jongbloed, J.E. Goldschmidt
Duur: 1/1/2012 - 31/12/2015
Abstract:
Laura van Kessel is vanaf 1 januari 2012 als promovenda verbonden aan het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht. Zij verricht onderzoek op het gebied van het burgerlijk procesrecht, het aansprakelijkheidsrecht en de doorwerking van mensenrechten op deze terreinen. Haar promotieonderzoek gaat over de redressering van mensenrechtenschendingen in het burgerlijk procesrecht; meer in het bijzonder over wat in het licht van de mensenrechtenbeschermingssystematiek van het EVRM (zoals neergelegd in art. 13 EVRM, art. 35 EVRM, art. 34 EVRM en art. 41 EVRM) de meest adequate manier is om schendingen van art. 6 EVRM door de burgerlijke rechter in Nederland te redresseren. Oplossingen voor deze vraag zouden zowel in het burgerlijk procesrecht als in het aansprakelijkheidsrecht gevonden kunnen worden. Rechtsvergelijkend onderzoek kan tot inspiratie strekken bij de bepaling van de meest adequate remedies.