Promovendus: Mw. D.J. Verheij

Promotores: Prof.Dr. M.N. Haentjens, A.G. Castermans

Duur: 1/9/2015 - 31/8/2019

Promotie: Leiden, 28/1/2021

Abstract:

Als reactie op de financile crisis heeft de Europese wetgever regels gesteld voor de partijen die verantwoordelijk worden gehouden voor het uitbreken van de financile crisis. Sommige van deze regels hebben een buitencontractueel aansprakelijkheidsregime op Europees niveau gecreerd. De introductie van een rechtstreekse Europese grondslag voor onrechtmatige daad is een baanbrekende ontwikkeling omdat het aansprakelijkheidsrecht van oudsher tot de competentie van de lidstaten van de Europese Unie behoort. Deze eerste aanzet tot harmonisatie van het aansprakelijkheidsrecht kan dan ook een verschuiving van de machtsverhoudingen tussen de EU en de lidstaten met zich brengen. Het belangrijkste voorbeeld van een Europese grondslag voor onrechtmatige daad kan worden gevonden in artikel 35a van de Verordening inzake ratingbureaus (CRA III). Artikel 35a CRA III vormt daarom het centrale onderwerp van dit onderzoek. Op dit moment kenmerken Europese buitencontractuele aansprakelijkheidsgronden als artikel 35a CRA III zich door vragen en onzekerheden. Deze worden onder meer veroorzaakt doordat de introductie van deze Europese grondslag voor onrechtmatige daad van kredietbeoordelaars niet samengaat met de harmonisatie van het commuun aansprakelijkheidsrecht. In dit onderzoek zal de relatie tussen Europese grondslagen voor onrechtmatige daad en het nationale recht van lidstaten worden onderzocht. Hierbij zullen verschillende rechtsgebieden als internationaal privaatrecht, aansprakelijkheidsrecht, financieel recht en Europees recht worden gecombineerd. Een analyse van hoe de Europese grondslag voor onrechtmatige daad in artikel 35a CRA III zal worden genterpreteerd naar Nederlands, Engels, Frans en Duits recht zal tevens deel uitmaken van het onderzoek. Op basis van deze analyse zal worden bezien of de Europese grondslag voor onrechtmatige daad (van kredietbeoordelaars) haar doelen bereikt, dat wil zeggen, of zij leidt tot een effectieve bescherming van investeerders en bijdraagt aan de stabiliteit van de Europese financile markten. Daarnaast zal aan de hand van een (nog te formuleren) normatief kader worden bepaald of de introductie van een Europees aansprakelijkheidsregime voor de financile sector wenselijk is of dat wellicht aan andere vormen van financile regulering de voorkeur zou moeten worden gegeven.

Klik hier voor meer info.