De relatie tussen individueel en collectief burgerschap van werknemersPromovendus: Mw. M. Verhagen
Promotores: F. Pennings, T. Jaspers
Duur: 1/9/2016 - 31/8/2010
Abstract:
Collectieve belangenbescherming van werknemers en het bevorderen van hun arbeidsvoorwaarden neemt een belangrijke plaats in binnen het arbeidsrecht. Afspraken van vakbonden met werkgever(sorganisaties) kunnen juridisch bindend zijn voor werknemers die onder de reikwijdte van die afspraken vallen als gevolg van wettelijke bepalingen. Ook besluiten van de OR en afspraken van de OR met werkgevers kunnen werknemers binden. Deze gebondenheid is gelegitimeerd door de veronderstelde belangenbehartiging van werknemers door de OR/vakbonden. Vakbonden of OR kunnen zelfs soms in peius afwijken van wettelijke bepalingen of bestaande caos/overeenkomsten. Het voorgaande heeft effect op de positie van de individuele werknemer en op zijn/haar rechten. De vertegenwoordigende positie van vakbonden en OR wordt ook wel industrieel burgerschap genoemd en is van groot belang voor de versterking van de positie van werknemers. Ze kan echter ook het individuele burgerschap van deze werknemers (hun rechten en plichten als werknemer) raken. Het is daarom van belang om te onderzoeken of de werknemers bij de besluitvormingsprocedure van deze afspraken betrokken worden en of er een legitimatie te vinden is voor dit systeem en de manier van opereren van de vertegenwoordigende organen.