Promovendus: Mw. Dr. G. Bouwman

Promotor: E.R. Manunza

Duur: 1/1/2016 - 31/12/2019

Promotie: Utrecht, 29/9/2022

Abstract:

De (inrichting van) sociale diensten nemen in de Europese Unie van oudsher een bijzondere positie in. Lidstaten beschikken over een ruime beoordelingsvrijheid bij het organiseren van deze diensten van algemeen (economisch) belang. Dit is onder meer te zien in de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Unie en de lidstaten als het gaat over het (volks)gezondheidsbeleid (art. 168 lid 7 EU-Werkingsverdrag). De enige beperkingen zijn die welke worden opgelegd door secundaire EU-regelgeving en jurisprudentie van het Hof van Justitie EU. Er is echter een beweging waar te nemen waardoor de sociale diensten steeds meer binnen het bereik van EU-recht komen. Zo is ook in de nieuwe aanbestedingsrichtlijn 2014/24/EU de inkoop (het uitbesteden aan de markt) van sociale diensten verder onderworpen aan een competitieve (aanbestedings-)procedure. Tegelijkertijd worden de publieke taken in het sociaal domein zowel op EU-niveau als op het niveau van de individuele lidstaten geconfronteerd met grote uitdagingen. Met name de bezuinigingen ten gevolge van de financile crisis en het toenemend aantal ouderen dat een beroep doet op de gezondheidszorg vragen om een aanpak die ruimte biedt voor innovatie. Er is behoefte aan een helder regelgevend kader op basis waarvan overheden een keuze kunnen maken op welke wijze zij met het oog op die uitdagingen, deze diensten het beste kunnen organiseren. Dit hangt nauw samen met de vraag of innovatie met de regelgeving kan worden nagestreefd. Dit promotie onderzoek beziet dan ook in hoeverre het aanbestedingsrecht het mogelijk maakt om sociale innovatie bij de inrichting van sociale diensten te stimuleren. Het onderzoek richt zich op een regelgevend kader die passend is voor de huidige en toekomstige behoefte van de organisatie van de zorg.