 |
Ius Commune Onderzoekschool Universiteit Maastricht - KU Leuven - Universiteit Utrecht - Universiteit van Amsterdam |
|
| Promotieonderzoek |
| PROMOVEREN IN DE SCHOOL |
| HET OPLEIDINGSPLAN |
| DE PROMOVENDI-OPLEIDING |
| DOCTORATEN IN VOORBEREIDING |
| PROMOTIES |
Promovendus: Mw. Dr. L.S.J. Kortese
Promotores: Mw. Prof.Dr. H.E.G.S. Schneider, Mw. Dr. S.L.T. Schoenmaekers, Dr. S.J.F.J. Claessens
Duur: 1/10/2015 - 30/9/2019
Promotie: Maastricht, 28/5/2020
Abstract:
Een belangrijk aspect van mobiliteit is dat men ervan verzekerd is dat kwalificaties in het buitenland kunnen worden gebruikt. In de Europese Unie is de erkenning van kwalificaties een belangrijke voorwaarde om in een andere Lidstaat te kunnen werken of studeren. Wanneer het aankomt op de erkenning van kwalificaties in de EU kan men vaststellen dat er verschillende wetsinstrumenten en samenwerkingsinitiatieven van toepassing zijn op EU-burgers afhankelijk van het feit of hun verhuizing naar een tweede Lidstaat voor werk- of studiedoeleinden is. Beroepsbeoefenaren die in een andere Lidstaat willen werken hebben immers professionele erkenning nodig terwijl studenten academische erkenning moeten verkrijgen. Dit theoretische onderscheid in twee typen erkenning (professioneel en academisch) gaat gepaard met een verdeling in EU bevoegdheden. Enerzijds, is professionele erkenning een EU gedeelde interne markt bevoegdheid. Aangezien de EU in de loop van tijd al uitgebreid gebruik gemaakt heeft van deze bevoegdheid kan zij als de belangrijkste actor op het gebied van professionele erkenning worden beschouwd. Anderzijds, valt academische erkenning binnen de aanvullende EU bevoegdheid op het gebied van onderwijs en cultuur. Dit verschil in bevoegdheden heeft ervoor gezorgd dat verschillende actoren actief konden worden op het gebied van academische erkenning. De variteit in actoren en hun wetsinstrumenten en samenwerkingsinitiatieven heeft een complicerende factor voor de erkenning van kwalificaties in de EU gentroduceerd: EU Lidstaten nemen namelijk deel in verschillende wetsinstrumenten en samenwerkingsinitiatieven over erkenning en zetten deze om in nationaal recht. Deze situatie roept vragen op ten aanzien van wat de consequenties zijn van de wettelijke verscheidenheid van de erkenning van kwalificaties en wat voor gevolgen dit heeft voor het EU vrij personenverkeer. Dit promotieonderzoek is erop gericht antwoorden te bieden op dergelijke vragen en streeft ernaar tot aanbevelingen te komen die de erkenningspraktijk kunnen faciliteren.