Whats in a name? De ideaaltypische benadering van vroegmoderne personenvennootschappen in de Lage Landen op de proef gesteld (17de - 18de eeuw)Promovendus: Mw. M. Moerman
Promotor: Drs. B. Van Hofstraeten
Duur: 1/9/2017 - 31/8/2021
Abstract:
Tot op vandaag bestuderen rechtshistorici het ontstaan en de werking van vroegmoderne personenvennootschappen aan de hand van ideaaltypische categorien (zoals een vennootschap onder firma en een commanditaire vennootschap). Dit onderzoeksproject stelt deze ideaaltypische benadering in vraag en vertrekt vanuit de idee dat vroegmoderne handelaren niet dachten in termen van mooi afgebakende categorien, maar in tegendeel een meer divers en dynamisch spectrum aan vennootschapsstructuren ontwikkelden. De vraag naar de juridische aard en organisatorische kenmerken van deze vennootschappen die in de 17e en 18e eeuw worden opgericht, wordt beantwoord aan de hand van notarile vennootschapscontracten. Deze contracten zijn in de eerste plaats opgesteld door de handelaren zelf en geven bijgevolg een goed beeld van het ontstaan en de ontwikkeling van vroegmoderne vennootschapsstructuren. De case-study waar ik als doctoraatstudente aan werk, onderzoekt de notarile vennootschapscontracten in Amsterdam. De keuze voor een stad als Amsterdam is evident om verschillende redenen. In de eerste plaats ervaart deze stad haar Gouden Eeuw tijdens de zeventiende eeuw. Historici hebben hiervoor reeds heel wat aandacht besteed aan de opkomst en de werking van de grote overzeese handelscompagnien zoals de VOC en de WIC. Tot op vandaag is echter zeer weinig aandacht besteed aan die handelaren die zich organiseerden in de meer kleinschalige personenvennootschappen. Vervolgens trekt de economische bloeiperiode in de zeventiende eeuw heel wat buitenlandse handelaren aan, waardoor eventueel buitenlandse invloeden doorsijpelen in de Amsterdamse vennootschapscontracten. Ten slotte is het ook interessant om na te gaan of er bepaalde juridische/organisatorische kenmerken van de grote overzeese handelscompagnien terug te vinden zijn in de personenvennootschappen of vice versa? Om op deze vragen een antwoord te kunnen formuleren zullen de notarile archieven uit de 17de en 18de eeuw, bewaard in het Stadsarchief te Amsterdam, systematisch worden onderzocht, in de hoop op deze manier bij te dragen tot een beter begrip van de grondslagen van ons vennootschapsrecht.
Klik hier voor meer info.