Promovendus: Mw. G.A. Hindriks

Promotores: Prof.Mr. M.B.M. Loos, Mw. Prof.Dr. C. Mak

Duur: 1/11/2018 - 31/10/2024

Abstract:

Het onderzoek richt zich op de haalbaarheid van vervoersmodaliteit onafhankelijke passagiersbescherming op Europees niveau.Er zijn verschillende EU-verordeningen met een reeks aan passagiersrechten bij annulering envertraging. De rechten van de passagier die reist pervliegtuig, boot, bus of trein zijn echter erg verschillend. Bij eenvertragingvan meer dan 3 uur bij een vliegreis van Amsterdam naar Alicante ontvangt de passagier 400 euro aan compensatie, tenzij er sprake is van buitengewone omstandigheden. Als de zojuist genoemde reis wordt gemaakt met de bus, de trein of de boot dan is een mogelijk recht opcompensatie steeds aan andere voorwaarden gebonden en is de hoogte van een compensatie gerelateerd aan de ticketprijs. Hoe kunnen deze verschillen worden verklaard en bestaat er ruimte om de passagiersrechten gelijk te trekken? Op Europees niveau is er bovendien geen regeling die passagiersbeschermt bij multimodale reizen. Multimodale reizen zijn reizenwaarbij er 1 vervoersovereenkomst wordt gesloten maar de passagier verschillende vervoersmodaliteiten gebruikt omvan A naar B te komen. Depassagier die met de bus van Amsterdam naar Brussel reist om van Brussel naar Madrid te vliegen en zijn vlucht mist omdat de bus vertraagd was wordt op Europees niveau nietbeschermd, tenzij er sprake is van een pakketreis.Zou de passagier die gebruik maakt van multimodaal vervoer en geconfronteerd wordt met een annulering of vertraging ook beschermd moeten worden op Europees niveau en hoe zou een dergelijke regeling eruit moeten zien? In hoeverre is horizontale harmonisatie van Europese passagiersrechtenbij annulering en vertraging voor alle wijzen van vervoer mogelijk?