De strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aansprakelijkheid van poortwachtersPromovendus: Mw. T. Beekhuis
Promotor: F. de Jong
Duur: 1/9/2019 - 31/8/2023
Abstract:
De overheid heeft aan bepaalde particuliere actoren (zoals accountants, notarissen en banken) een poortwachtersfunctie toegekend. Zij dienen het Nederlandse financile stelsel vrij te houden van onder meer financile en fiscale criminaliteit, zoals witwassen. Een belangrijk wettelijk kader waarin de verplichtingen van de poortwachter staan opgenomen, is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Hoofdstuk 2 verplicht de poortwachter tot het doen van clintenonderzoek en in hoofdstuk 3 staat het melden van ongebruikelijke transacties centraal. In onderhavig onderzoek wordt onderzocht wat de effecten zijn op de rechtspositie van accountants, banken en notarissen (poortwachters) van de verplichting tot het doen van clintenonderzoek en het melden van ongebruikelijke transacties op grond van de Wwft. Van oudsher zijn de thans bij de particuliere actoren neergelegde taken van toezicht en opsporing, overheidstaken. Deze verschuiving brengt een uitbreiding van het takenpakket van de poortwachter met zich mee. De vraag die rijst is of zij voldoende mogelijkheden hebben om hun poortwachtersfunctie naar behoren te vervullen. In de praktijk blijkt dat het voldoen aan de Wwft-verplichtingen door de poortwachter niet vlekkeloos verloopt. Exemplarisch hierbij is de aansprakelijkheid van de Rabobank en recentelijk is ook bekendgemaakt dat het Openbaar Ministerie onderzoek doet bij de ABN Amro . Ook aansprakelijkheid van notarissen en accountants voor het onvoldoende naleven van hun poortwachtersfunctie komt voor. De poortwachters kunnen bovendien op belangstelling van hun toezichthouders rekenen. Dit onderzoek beoogt door middel van zowel klassiek juridisch als empirisch onderzoek in kaart te brengen wat de juridische en praktische uitwerking is van de Wwft-verplichtingen tot melding en onderzoek.