Procederen voor Fundamentele Rechten in Europa: waarom (niet) bij het Hof van Justitie van de Europese Unie?Promovendus: Mw. L.I. van der Meulen
Promotor: Mw. Dr. E. Muir
Duur: 15/10/2020 - 14/10/2024
Abstract:
Deze doctoraatsstudie is onderdeel van het project RESHUFFLE, gefinancierd door de European Research Council. RESHUFFLE onderzoekt de rol van de Europese Unie in de ontwikkeling van fundamentele rechten in Europa. Een belangrijk aspect van de veranderlijke rol van de EU in de ontwikkeling van fundamentele rechten in Europa is het effect van deze rol op nationale partijen die zich bezighouden met fundamentele rechten bescherming. Deze doctoraatsstudie kijkt naar de manier waarop de nationale partijen die met het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) in contact komen in de context van procederen voor fundamentele rechten het HvJ beschouwen. Procederen voor fundamentele rechten is een belangrijk middel voor het vergroten van mensenrechtenbescherming in Europe. Door middel van procesvoering hebben individuen toegang tot de rechtspraak en kan het HvJ ervoor zorgen dat EU recht, en nationaal recht dat EU recht implementeert, in overeenstemming is met Europese fundamentele rechten (waaronder het Handvest van de grondrechten van de EU). Procesvoering begint echter bijna altijd op het nationale niveau en is daarmee afhankelijk van de perspectieven en handelingen van nationale procederende partijen en nationale rechters. Nationale procederende partijen behandelen individuele klachten, ontwikkelen het juridisch raamwerk en juridische vragen voor het aanvechten van deze klachten en beslissen hoe zij hun punten het beste kunnen voordragen om zo (een van) de Europese of internationale gerechtshoven te bereiken. Nationale rechters spelen ook een belangrijke rol in de mogelijkheid tot procesvoering voor het HvJ, aangezien zij uiteindelijk beslissen of een prejudicile vraag moet worden doorgespeeld naar het Hof. De gelding van het Hof van Justitie als een hof voor fundamentele rechten is daarom afhankelijk van de bereidheid van nationale spelers om een fundamentele rechten kwestie aan het Hof voor te leggen. Tot op welke hoogte zien zij het Hof als het meest geschikte hof voor dit soort vragen? Door middel van kwalitatief onderzoek, wordt in deze studie gekeken naar de perceptie die (een van) deze nationale partijen hebben van het Hof van Justitie als hof voor fundamentele rechten. Op die manier wordt onderzocht of het EU juridisch kader, in vergelijking met de Raad van Europa, geschikt wordt geacht voor procesvoering voor fundamentele rechten. Er wordt gekeken of het narratief van de EU als fundamentele rechten organisatie wordt gedeeld door nationale partijen. Als de EU ernaar streeft een instituut te zijn dat wordt gestuurd door principes van fundamentele rechten, moet van het belangrijkste juridisch orgaan van de EU ook kunnen worden verwacht dat zij geschikt wordt geacht en wordt vertrouwd door nationale partijen om deze belofte waar te maken.
Klik hier voor meer info.