Promovendus: Dhr. J. Wassink

Promotores: J.S. Kortmann, Mw. Prof.Dr. C. Mak, Mw. Dr. J.M.L. van Duin

Duur: 1/1/2021 - 31/12/2026

Abstract:

Dit onderzoek richt zich op de rol van de leerstukken van juridische causaliteit en relativiteit bij het vaststellen van (de omvang van) schuldaansprakelijkheid voor onrechtmatige daad. Dit vraagstuk wordt zowel vanuit de rechtstheorie als de rechtsvergelijking benaderd. In het eerste deel van het onderzoek komen meer fundamentele normatieve vragen aan de orde, bijvoorbeeld: wat houdt het vereiste verband tussen de onrechtmatige daad en de schade precies in? Wat zijn de theoretische rechtvaardigingen voor het beperken of afwijzen van (de omvang van) aansprakelijkheid, in het bijzonder via de leerstukken van relativiteit en juridische causaliteit? En zijn er theoretische rechtvaardigingen om het ene leerstuk boven het andere te verkiezen? Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit een rechtsvergelijkend onderzoek naar het Duitse, Nederlandse en Engelse recht. Wat is de rol van relativiteit en juridische causaliteit bij het vaststellen van (de omvang van) de aansprakelijkheid, naar Duits, Nederlands en Engels recht? In het bijzonder: hoe worden deze leerstukken uitgewerkt in het positieve recht; wat zijn de criteria voor toepassing? Hoe wordt de relatie tussen deze leerstukken bezien? En welke argumenten worden, in het bijzonder door rechters, aangevoerd voor en bij de toepassing van deze leerstukken?