Promovendus: Dhr. I. Val

Promotor: Mw. Prof. J.A.W. van Zeben

Duur: 1/9/2022 - 31/8/2026

Abstract:

De belofte van verhoogde efficintie en output maakt de uitbreiding van AI in ons voedselsysteem op dit moment onvermijdelijk. Hiermee ontstaan echter ook nieuwe geschillen over rechten en dus nieuwe juridische vraagstukken. Met dit onderzoek wil ik inzicht krijgen in hoeverre het opkomende Europese juridische kader dat van toepassing zal zijn op AI in voedselsystemen, ons laat zitten met juridische onzekerheid, inefficintie of onrechtvaardigheid. Om dit doel te bereiken wil ik de vraag beantwoorden: Laat de (komende) EU-wetgeving met betrekking tot AI [de AI-wet en de Richtlijn AI-aansprakelijkheid] ons zitten met juridische onzekerheid, inefficintie of onrechtvaardigheid, met name met betrekking tot "duurzaamheid" in de agrovoedingssector?" Om deze vraag te beantwoorden, zal ik de volgende deelvragen behandelen: Wat wordt er conceptueel bedoeld met "AI" en "duurzaamheid" en hoe worden ze juridisch gedefinieerd? Welke voorzienbare juridische onduidelijkheden zijn er in de AI-wetgeving die mogelijk kunnen leiden tot juridische geschillen? Welke handhavingsmechanismen zijn er voor het "duurzame" gebruik van AI en in hoeverre zijn ze efficint in het internaliseren van anders gexternaliseerde kosten? In hoeverre kan de introductie van AI en brede toegankelijkheid tot berekening een meer omvattende en rechtvaardige regelgeving van "duurzaamheid" mogelijk maken? Het eerste doel van dit onderzoek is om resterende hiaten te identificeren die juridische onzekerheid kunnen veroorzaken in belangrijke delen van het opkomende Europese juridische kader voor AI. Het tweede doel is om te onderzoeken of regulering of het gebruik van AI in theorie de "duurzaamheid" van de agrovoedingssector kan versterken.