Promovendus: Mw. A.M. Vandekerkhove

Promotor: L. De Broe

Duur: 1/10/2022 - 30/9/2026

Abstract:

Het nationaal fiscaal recht van de Lidstaten van de EU wordt benvloed door zowel Europees recht als door internationaal recht. In het verleden creerden deze rechtsbronnen geen conflictsituaties. Door een gewijzigde focus van het Europees recht, manifesteren zich echter vaker situaties waarbij de verplichtingen die op de Lidstaten rusten op grond van het Europees recht, niet verenigbaar zijn met verplichtingen die voortvloeien uit eerder afgesloten dubbelbelastingverdragen. Wanneer de vraag gesteld wordt welk recht primeert: het Europees, dan wel internationaal recht, lijkt het antwoord af te hangen van het rechtsforum van waaruit deze vraag wordt beantwoord, nl. vanuit een Europees dan wel internationaal perspectief. Ondanks het feit dat een eenduidig standpunt ontbreekt inzake de primauteit van het Europees dan wel het internationaal recht, worden nationale wetgevers wel verplicht om een standpunt in te nemen, wanneer zij geconfronteerd worden met de omzetting van Richtlijnen die bij correcte omzetting strijdigheden met eerder afgesloten dubbelbelastingverdragen zouden opleveren. In de praktijk blijken meerdere landen met deze thematiek te worstelen. In dit doctoraat zal vooreest de problematiek van conflicten tussen enerzijds Europees en anderzijds internationaal recht gekaderd worden vanuit zowel een Europees als een Internationaal perspectief, om vervolgens te analyseren hoe in de praktijk met deze problematiek wordt omgegaan op nationaal niveau, met name bij het omzetten van Europese richtlijnen die bij volledige omzetting in conflicten met internationaal recht zouden resulteren; hierbij wordt ook rekeningen gehouden met de relevante grondwettelijke bepalingen. Ook de nationale rechtspraak terzake zal onder de loep genomen worden.