Kwalificatieproblemen van de maatschap en aanverwante vormen in het kader van vermogensplanningPromovendus: Mw. P. Van Belle
Promotores: Mw. Prof. S. Cools, F. Debelva, Prof.Dr. K. Geens
Duur: 1/9/2023 - 31/8/2027
Abstract:
Het overkoepelende thema van deze studie betreft de kwalificatieproblemen die zich voordoen bij personenvennootschappen binnen vermogensplanning. Kwalificatieproblemen en fiscale transparantie waren reeds het onderwerp van verschillende studies. Er is echter nog geen Belgische focus op personenvennootschappen (maatschap en aanverwante vormen) binnen vermogensplanning. Bovendien dateren de meeste studies van bijna tien jaar geleden en zijn er ondertussen heel wat veranderingen doorgevoerd, zowel op het vlak van vennootschapsrecht als fiscaliteit. Het onderwerp is nog steeds een actueel en onopgelost probleem. De kwalificatie van zowel binnenlandse als buitenlandse entiteiten is altijd afhankelijk van de nationale regels van de jurisdictie, zonder internationale verplichtingen om de kwalificatie van andere landen te volgen. Het gebrek aan enige vorm van harmonisatie (de OESO probeert het wel, maar heeft geen bindende regels) leidt tot situaties waarin een partnerschap in het ene land als een transparante entiteit wordt beschouwd, terwijl het in een ander land als een aparte juridische entiteit wordt gezien. Dit leidt tot problemen van dubbele (niet-)belasting en rechtsonzekerheid. Bovendien past Belgi geen consistente kwalificatie toe op internationale partnerschappen. Het hebben van rechtspersoonlijkheid als een entiteit lex societatis, zorgt er nog steeds voor dat Belgi deze entiteiten soms kwalificeert als fiscaal transparant (bv. Nederlandse STAK) of soms als een aparte entiteit (bv. US LLC). Deze inconsistentie en discriminatie (dezelfde juridische elementen, verschillende kwalificatie) vergroot de complexiteit van het probleem. Het doel van dit onderzoek is daarom de ontwikkeling van een specifiek kader voor Belgi, gericht op gelijke fiscale kwalificatie van binnenlandse en buitenlandse personenvennootschappen op basis van vennootschapsrechtelijke kenmerken. De keuze voor "de maatschap" en aanverwante vormen wordt gerechtvaardigd door de aanhoudende populariteit van de maatschap in Belgi. Daarnaast speelt het feit dat successierechten niet binnen het toepassingsgebied van dubbelbelastingverdragen vallen een extra belangrijke rol, omdat het meer risico op dubbele (niet-)belasting creert.