|
||||||||||||||||||||
|
Fiscale vraagstukken in de interne markt
Programmaopzet - Programma gedetailleerd - Beoogde resultaten - Academische reputatie ProgrammaopzetHet programma ‘Fiscale vraagstukken’ staat centraal in de onderzoeksschool ‘Ius Commune’. De afgelopen jaren zijn verschillende ontwikkelingen zichtbaar geworden op het gebied van integratie van belastingrecht op internationaal en Europees niveau. Wij zien het als onze taak deze ontwikkelingen kritisch te begeleiden. Het programma heeft zich in de relatief korte tijd van zijn bestaan goed verder ontwikkeld en leidt nu jaarlijks tot opmerkelijke resultaten. Het programma had in de afgelopen jaren meerdere zwaartepunten. De oratie van prof. Prokisch met de titel ‘About the Future Fiscal Constitution of the United States of Europe’ (december 2002) is in zoverre ook binnen het onderzoeksprogramma te begrijpen. Ze laat zien dat onze onderzoeksinteresse niet alleen naar belastingrechtsvragen gaat, maar interdisciplinair is opgezet. Voor de multidisciplinaire benadering zij ook verwezen naar F. Vanistendaels belangrijke artikel: ‘A la recherche d’un modèle de l'enseignement du droit: uto-pie … ou but à atteindre?’, in: Liber Amicorum Guy Horsmans, Bruxelles: Bruylant 2004, p. 1125-1138. Wij organiseren elk jaar tijdens het Ius Commune Congres een workshop. De workshop dient niet alleen voor wetenschappelijke discussies maar is ook een samenkomst waar wij informatie uitwisselen over lopende onderzoeksprojecten en nieuwe afspraken maken. Daarnaast ontmoeten wij elkaar door het jaar heen bij verschillende gelegenheden, zoals b.v. tijdens de fiscaalrechtelijke moot-court in Leuven. De onderzoeksgroep publiceert in vier talen: Engels, Frans, Duits en Nederlands. Programma gedetailleerda. Invloed van het Europees recht op het nationale belastingrechtGezien het feit dat het Europees recht ten dele door rechtsregeling, maar nog meer door de rechtspraak van het Hof van Justitie invloed krijgt op het nationale belastingrecht, zien wij het als een van onze voornaamste taken aan deze ontwikkelingen aandacht te besteden. In het jaar 2007 stond de nieuwe bewerking van het standaardwerk over belastingverdragen op de voorgrond (Lehner/Vogel, DBA, 5. Aufl. 2008, Beck-Verlag München). De nieuwe bewerking was sterk beïnvloed door de grotere inachtneming van Europees recht. Het commentaar is een coproductie van verschillende auteurs onder leiding van de ‘Forschungsstelle für internationales Steuerrecht an der Universität München’. In het geheel moesten door Prof. Prokisch meerdere artikelen worden behandeld. In detail ging het o.a. om: emigratie van ondernemingen in Europa, belasting van samenwerkingsverbanden, misbruik op het gebied van belastingrecht met Europese of internationale raakvlakken, belasting van vervreemdingswinsten, verhuizing van individuen naar andere lidstaten met het (neven)doel belastingen te sparen, de belasting van zelfstandig werkende personen in internationaal verband, belasting van internationaal werkzame werknemers en grensarbeiders, belastingvragen in samenhang met hoogleraren en studenten, belastingen van pensioenen in Europa, bijzondere vraagstukken in verband met activiteiten van bestuurders en commissarissen. Met betrekking tot de belasting van commissarissen en bestuurders wordt door de promovendus Andy Cools aan een omvattend proefschrift gewerkt. Het onderzoek is al ver gevorderd en wij verwachten dat hij zijn proefschrift nog in 2008 kan verdedigen. Prof. Prokisch heeft met hetzelfde onderwerp aan een congres in Wenen deelgenomen en daar een paper over het probleem gepresen-teerd. De paper wordt in de congresbundel 2008 gepubliceerd. Verder zijn wij bezig met alle vragen die op Europees gebied voorkomen. De promovendus M. Schaper werkt aan een proefschrift over ‘Fiscal Distortions in the Internal Market’. Gezien het feit dat de verhouding tussen de discriminatieverboden en soevereiniteit van de lidstaten nog weinig theoretisch doordacht is, wil M. Schaper criteria ontwikkelen die de scheiding duidelijker en de toetsing helder maken. Een andere promovendus, Giovanni Moscetti, werkt aan een proefschrift over het proportionaliteitsbeginsel in de belastingrechtspraak van het Europese Hof. Het beginsel wordt meer en meer toegepast door het Hof, maar helaas zonder theoretisch onderbouwde theorie. Ook rijst de vraag hoe het proportionaliteitsbeginsel in de toekomst zal worden toegepast en welke consequenties dit zal hebben voor de nationale belastingstelsels. Een ander zwaartepunt van onderzoek is de zogenoemde ‘Common Consolidated Tax Base’. In 2007 hebben M. Schaper en Prof. Prokisch een artikel over de internationale aspecten geschreven die in 2008 wordt gepubliceerd. Over hetzelfde onderwerp heeft Prof. Prokisch een lezing gehouden naar aanleiding van een high-level-congres in Berlijn. Wij willen het onderwerp ook in de toekomst vervolgen en schrijven tegenwoordig een onderzoeksvoorstel met de hoop om het onderzoek gefinancierd te krijgen. Sinds 2007 is Prof. Prokisch lid van een werkgroep die van de Europese Com-missie de opdracht heeft gekregen het uitgavenbeleid van de Europese Unie te onderzoeken en voorstellen te maken voor toekomstige prioriteiten gezien de beperkte middelen waarover de EU kan beschikken. Het onderzoek wordt in 2008 gepubliceerd. b. Economie en belastingenIn de laatste jaren hebben wij bewust ons onderzoeksbeleid uitgebreid met economische vraagstukken en daarom ook twee economen (Janssen en Vermeend) in het programma opgenomen. Prof. Vermeend heeft het op zich genomen een handboek over belastingen uit economisch oogpunt te schrijven. Wij vertrouwen erop dat dit boek in de toekomst een academisch standaardwerk zal zijn en dat daardoor het onderzoeksprogramma wereldwijd aandacht zal trekken. Het boek (Willem Vermeend/Rick van der Ploeg/Jan Willem Timmer, Taxes and the Economy, Edward Elgar Publishers, Cheltenham(UK)/Northhampton (USA), 2008, 479 p.) komt in maart 2008 op de markt. Parallel werkt Dr. B. Janssen aan de vergelijking van belastingtarieven, vooral op het gebied van vennootschapsbelasting en vraagstukken in samenhang met de relatie tussen financieel accounting en tax accounting. Bij gelegenheid van ons symposium 2006 heeft hij een lezing verzorgd. c. Rechtsvergelijking: fiscale concurrentie en staatssteun in EuropaProf. Luja and Ms Ní Ghiollarnáth focus their research on comparative tax law. In particular, their field of expertise concentrates on special tax regimes in the context of European State Aid regulation, the World Trade Organization's Subsidies Agreement and OECD policies on harmful tax competition. Prof. Luja has written extensively on the treatment of direct tax incentives in European countries vis-à-vis EU State Aid regulation and he is one of the leading European experts in this field. In his 2006 lecture at the occasion of accepting his appointment to the chair of comparative tax law, Prof. Luja addressed new areas of comparative research in the field of regulating tax incentives in federal countries like the USA and multi-state unions like the EU. Future re-search will also include the position of national tax incentives within the proposed European common consolidated tax base As of 2004/2005 Prof. Luja has been a visiting professor at Europe's leading tax institutions, among the International Tax Center Leiden, the IBFD International Tax Academy in Amsterdam, and, in 2007/2008, at the Vienna Postgraduate program in International Tax Law. On behalf of the Academy of Legislation in The Hague, he has also lectured on fiscal state aid at the Dutch Ministry of Fi-nance. He also contributed to the legislative debate about major changes in the Dutch Corporation Tax system as of 2007. In addition, Prof. Luja has given a series of lectures abroad about fiscal state aid and international trade law regulation and he was invited to write the 2007 report on this subject for the annual conference of the European Association of Tax Law Professors (EATLP). Recent publications have focused on the state aid position of investment fund re-gimes and fiscal autonomy. Ms Ní Ghiollarnáth is in the process of writing a thesis about promoting energy efficiency by means of direct tax incentives in the EU, Canada and New Zea-land. While most research in the field of ecological taxation focuses on indirect taxation (levies on fuel, CO2 etc.), this project focuses on using national income tax and corporation tax systems to promote environmental-friendly investment in green energy and reduction of energy-consumption, set off against Kyoto objectives and restrictions imposed by EU State Aid provisions and WTO obligations. Apart from continuing the aforementioned research, future PhD-research is planned regarding national road tax policies and car tax incentives within the EU and their problematic effect on EU mobility, set in the context of EU state aid restrictions on promoting environmental friendly cars and on providing financial compensation to local/national businesses. While most of this comparative research focuses on the state aid aspects of tax, other comparative issues may be addressed as well should they contribute to the political or academic debate. In this context, Ms N. Gorissen is finishing up a thesis in Dutch on the topic of legitimate expectations in tax law (‘Het vertrouwensbeginsel in het belastingrecht’). This thesis will address the topic from a comparative perspective, involving the national legal systems of the Nether-lands, Belgium and Germany as well as relevant aspects of EU law. Ms Goris-sen will be defending her thesis in 2008. Ms Mosquera Valderrama has defended her comparative thesis on leasing and legal culture at the University of Groningen in 2007 prior to moving to Utrecht University and her accession to the research group. d. OmzetbelastingDe omzetbelasting is de Europees belasting par excellence. De grondslagen zijn omvangrijk geharmoniseerd en het nationale recht is sterk afhankelijk van het Europees recht en de rechtsspraak van het Hof van Justitie EG. In het kader van Ius Commune trachten wij deze afhankelijkheden nader te belichten hetgeen tot 2005 tot een groot aantal publicaties leidde (o.m. het proefschrift van mw. Stevens, Het verrichten van diensten onder bezwarende titel en het boek BTW en EG-transacties, waarvan Prof. A.H.R.M. Denie, hoofdredacteur/redacteur was en mrs. Linssen en Nieuwenhuizen (UvA) mede-auteurs). Het proefschrift met de werktitel De doorwerking van de Gemeenschap bindende beginselen in de BTW komt begin 2008 in de eindfase en bij normaal verloop starten twee , mede ‘derde gefinancierde’ nieuwe onderzoeken met publikatieresultaten. Prof. Denie is regelmatig spreker en/of voorzitter van workshops en conferenties. e. Vergelijkende belasting van inkomsten uit arbeid (incl. grensarbeiders en pensioenen)Het project grensoverschrijdende arbeid is al sinds jaren één van onze kernprogramma's. Omdat in de Euregio de problematiek van grensarbeiders een grote rol speelt hebben alle ontwikkelingen op dit gebied sterk onze aandacht. Hier-mee zijn vooral Dr. Weerepas en Prof. Prokisch bezig. Naast belastingheffing vindt over het inkomen premieheffing plaats. De discussie of de volksverzekeringen moeten worden gefiscaliseerd komt steeds weer op. Fiscalisering wil zeggen: het opnemen van de premies volksverzekeringen in de belastingen met als gevolg dat er geen premies volksverzekeringen meer zijn. Deze fiscalisering heeft voor- en nadelen. De fiscalisering heeft effecten op het niveau van de overheid en op het niveau van de individuele burger en het bedrijfsleven. Ook in het grensoverschrijdende arbeidsverkeer heeft de fiscalisering effecten. Een interessant onderzoek is de vraag wat de mogelijke gevolgen van de fiscalisering van de volksverzekeringen op nationaal en internationaal/Europees niveau zijn. Een NWO-voorstel (open ronde) zal worden ingediend. Dit voorstel is in een vergevorderd stadium. Sinds 2003 stond het onderwerp pensioenen op de voorgrond. Prof. Prokisch heeft uitgebreid onderzoek gedaan. De resultaten zijn opgenomen in het commentaar op belastingverdragen. Dr. M. Weerepas heeft zich bezig gehouden met de vragen van onverzekerde situaties in Europa. En Dr. A. Bollen-Vandenboorn heeft haar proefschrift De fiscale aspecten van pensioendeling bij echtscheiding, Amersfoort 2004, SDU voorgelegd. Het onderzoek in de periode 2005 t/m 2007 heeft enerzijds betrekking gehad op haar promotieonderzoek, met dien verstande dat ze in haar publicaties aandacht heeft gegeven aan de problematiek van pensioendeling over de grenzen heen. Anderzijds heeft haar onderzoek zich gericht op nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de toekomstvoorzieningen, waarbij de levensloopregeling een nieuwkomer is. In haar onderzoek is daarbij ook aandacht besteed aan de internationale complicaties die optreden door de invoering van deze regeling. Doelstelling voor de toekomst is publicatie van het boek Pensioen in de loonsfeer in 2009. Naast de nationaalrechtelijke aspecten van pensioen in de loonsfeer, zijn er veel internationale en Europeesrechtelijke consequenties verbonden aan de opbouw en uitkering van pensioen. Niet alleen van belang zijn de consequenties van het wonen in het ene land en het opbouwen en ontvangen van pensioen in het andere land, nog complexer is de materie rondom de waarde-overdracht van pensioen. Aan deze complexe materie ligt de vraag ten grondslag op welke wijze de overige Europese landen hun pensioenstelsels hebben vormgegeven. Indien duidelijk is hoe de diverse pensioenstelsels zijn vormgegeven, kan ook ingegaan worden op de problematiek rondom de waardeoverdracht. Bij het beantwoorden van deze vragen, zal tevens rekening gehouden worden met de opvattingen van de Europese commissie omtrent dit onderwerp. De Europese Commissie probeert steeds meer een sturing te geven, om de landen op een lijn te krijgen voor de organisatie van hun pensioenstelsels. Beoogde resultatenOndanks het feit dat de omstandigheden in de afgelopen jaren voor het programma niet optimaal waren (Prof. Vanistendael was gepensioneerd en de opvolgers waren nog niet bepaald, in Utrecht duurde het veel langer dan gedacht tot de hoogleraarplaats belastingrecht was ingevuld, etc.) kunnen wij toch met trots op een groot aantal uitstekende publicaties terugkijken. Verder willen wij in de toekomst de betere omstandigheden benutten om tot een groter aantal publicaties te komen, ten dele ook in samenwerking met de verbonden universiteiten. Academische reputatieDe (senior)onderzoekers van het onderzoeksprogramma ‘Fiscale vraagstukken’ staan binnen academische kringen hoog aangeschreven voor hun expertise op het terrein van het (Europese) belastingrecht. Zij genieten onder fiscalisten wereldwijde bekendheid. Het moet onze taak zijn deze reputatie te behouden en binnen het kader van het programma nog verder te ontwikkelen ten behoeve van de onderzoeksgroep. |
|||||||||||||||||||
|